Richtlijn betalingsvoorwaarden praktijk voor oefentherapie Mensendieck
Op de betaling van facturen voor behandelingen gegeven door een oefentherapeut Mensendieck of haar/zijn waarnemer zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
- De patiënt/cliënt is betaling van het factuurbedrag verschuldigd voor iedere behandeling oefentherapie Mensendieck.
-
Wanneer de patiënt/cliënt niet verschijnt op de afgesproken tijd of afzegt minder dan 24 uur voor de afgesproken tijd, heeft de oefentherapeut Mensendieck het recht het wettelijk vastgesteld verzuimtarief in rekening te
brengen. Dit betreft de vergoeding voor de betreffende behandeling (zie praktijkregels)
-
Dit bedrag dient door de patiënt/cliënt zelf betaald te worden. De verzekering vergoedt dit niet. Afzegging van een behandelingsafspraak op maandag dient de vrijdag daaraan voorafgaand, uiterlijk om 17.00 uur, te zijn
geschied.
-
Betaling dient binnen 30 dagen na factuurdatum te geschieden aan de oefentherapeut Mensendieck bij wie de patiënt/cliënt onder behandeling is/was, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
-
Bij overschrijding van de betalingstermijn is de patiënt/cliënt van rechtswege in verzuim. Met ingang van de dag waarop de voor betaling gestelde termijn zal zijn verstreken is de patiënt/cliënt de wettelijke rente
over het openstaande bedrag verschuldigd tot de datum van algehele voldoening. De oefentherapeut Mensendieck is eveneens gerechtigd extra administratiekosten in rekening te brengen, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een
en ander onverminderd de verdere rechten welke de oefentherapeut Mensendieck heeft.
-
Alle kosten, ontstaan ten gevolge van gerechtelijke en/of buitengerechtelijke incassering van de vordering, zijn voor rekening van de patiënt/cliënt. De buitengerechtelijke kosten zijn vastgesteld op tenminste 15% van het te
vorderen bedrag.
-
Indien de patiënt of cliënt aangaande het gedeclareerde bedrag bezwaren maakt, moet de patiënt of cliënt dit uiterlijk 30 dagen na ontvangst van de rekening doen, zulks door een gemotiveerde schriftelijke
kennisgeving aan de declarant, bij gebreke waarvan de declaratie als tussenpartijen vaststaand en juist wordt aangemerkt. Het aantekenen van bezwaar verlengt de onder punt 5 genoemde termijn niet.